Het voorbeeld van de ribkwal
Geschreven door René van DijkWelk dier zou u willen zijn? Gewoon tijdelijk, omkeerbaar, in dit leven? Jonge kinderen hebben geen moeite met deze vraag. Ze zijn dan, in hun spel of fantasie, een huisdier, of een leeuw, of een vis of vogel. Maar nooit eens kiezen ze voor de ribkwal.
Het zal de onbekendheid zijn. Maar zelfs al vinden ze een exemplaar op het strand, dan blijft die onbemind. Want een ribkwal is niet aaibaar en ook zó vreselijk ver verwijderd van ons DNA, dat empathie opbrengen voor een ribkwal toch wel in de buurt komt van hysterie.
Dat zal een ribkwal je onmogelijk kwalijk nemen. Hijzij (het beestje is hermafrodiet) heeft namelijk geen hart en geen hersenen. Gegarandeerd geen gevoelsleven dus. En geen onderscheid tussen goed en kwaad, want hijzij eet garnalen en visjes maar net zo makkelijk andere ribkwallen. Ze kunnen per dag wel tien keer hun eigen gewicht eten, een monsterlijk idee!
Een ribkwal leeft maar een beetje voor god en vaderland weg, want de zeestroom bepaalt de hele richting. Op die weg doemen soms vijanden op, zoals hongerige schildpadden. Hapt zo’n schildpad niet goed raak, dan ontsnapt de ribkwal, maar wel gewond. En dan kan er een wonder gebeuren, zo schrijft Jelle Reumer in Trouw. Als het slachtoffer een andere ribkwal tegenkomt die óók beschadigd is, dan plakken ze zich aan elkaar vast en versmelten vervolgens helemaal tot één dier. Zelfs de zenuwbanen gaan naadloos in elkaar over.
Dachten wij, na lezing van Genesis 2:24 (Daarom zal de man … zijn vrouw aankleven, en zij zullen tot één vlees zijn), dat (gelijkwaardige, gewenste) seks een soort eenwording is, dan helpt deze wetenschap ons wel uit de droom. Seks blijkt surrogaat, zwaar overschat, stelt in verhouding echt helemaal niets voor, want zo weer voorbij. Alle film- en boekromantiek lijkt belachelijk vergeleken met Willem Bilderdijk (‘de Grote Ongenietbare’), die in 1779 als strenggelovige opiumschuiver de erotische dichtbundel Mijn Verlustiging schreef (zie de tekst op internet).
Of er nog beperkingen zijn voor ribkwallen, in de zin van polyamorie, is tot op heden niet onderzocht. Misschien kan het samenklonteren best doorgaan met nòg een ribkwal, en nòg een of meer.
Ondertussen willen wij toch wel IETS als doel om naar te streven, om ons lekker bij te voelen. Dan hebben we natuurlijk LSD, paddo’s en xtc, waarvan het effect is (zeggen ze), dat de gebruikers zich één gaan voelen. Er is in zo’n beleving geen ik meer en geen ander, maar alles en iedereen loopt in elkaar over.
Laten we dit eens maatschappelijk uittesten. Ik stel voor dat we twee verantwoordelijke vrouwen, met stevige ribben, te weten de ministers Faber (die van ‘Ter Apel’) en Klever (die vluchtelingen naar Oeganda wil sturen), gaan drogeren. Wedden dat ze alle beschadigde, ja getraumatiseerde mensen gaan omarmen?